Just another mijmering

Mijn lichaam raakt in toestand van vermoeidheid vaak de juiste verhouding tussen massa en ruimte kwijt. Een vreemde vaststelling, zo eentje waar ik mij bij elke ervaring opnieuw over verwonder.

Wanneer ik volledig uitgeput in bed of zetel lig en mijn ogen sluit, dan dwaalt mijn geest af naar een eerder dagdromerige toestand. En in die toestand kan ik voor mezelf moeilijk uitmaken hoe groot of hoe klein ik ben in relatie tot de ruimte of het meubel waarin ik mij bevind. Soms voelt het aan alsof ik een reus ben die bij het inademen moet oppassen om met de borstkas het plafond niet te raken. Soms ben ik een kabouter die het hoofdkussen als een fatboy ervaart.

Hoe hard ik mij ook concentreer om mijn menselijke afmetingen (170 cm lang) voor ogen te halen, het lukt mij niet om het lichamelijk zo aan te voelen. Maar geen nood. Reus, kabouter, mens – met gesloten ogen maakt het weinig uit welk volume nu precies schaapjes telt.

1, 2, 3, 4… D!

Revolutionaire tijden voor de bioscoopwereld: analoog wordt digitaal, 2K resolutie wordt 4K en 2D wordt 3D. Vooral van deze laatste evolutie ligt de modale bioscoopbezoeker wakker; de rest kan naar mijn aanvoelen enkel de techneuten een verhoogde lichaamstemperatuur bezorgen. Hoewel ik momenteel enkel UP en Avatar als 3D-ervaringen kan opnoemen, beoordeel ik het driedimensionale aspect nu al als een aangenaam doch niet onontbeerlijk extraatje.

Gisteren ontmoette ik op de Thalys Keulen-Brussel een mens met een mening omtrent dit thema. Hij kon niet tot de spionkop van 3D-cinema gerekend worden. Meer zelfs, hij bestempelde 3D als een hype die een stille dood zou sterven of hoogstens zou overleven als het broertje met dwerggroei van traditionele 2D-cinema. Zijn redenering? Een vergelijking met kunst. Want waarom zou 3D triomferen als in de kunstwereld schilderkunst eveneens steeds de bovenhand haalt op beeldhouwkunst? Iedereen kan terstond en in één enkele adem 10 schilders opnoemen, maar bij beeldhouwers blijft de parate kennis toch eventjes haperen…

Of hij een cinematografisch visionair mag genoemd worden of niet zal de tijd moeten uitwijzen. Toch werd ik eventjes stil van de treffende analogie.