Eerlijk? Ik had nog niet zo ongelofelijk veel gehoord over Sint-Jan, de tentoonstelling met Jan Hoet als curator in de Sint-Baafskathedraal. Blijkbaar komt vooral de zogenaamde clash met TRACK onder de aandacht: subsidie versus (quasi) geen subsidie, Jan Hoet vroeger versus Jan Hoet nu. Aan die stemmingmakerij wens ik uiteraard niet deel te nemen. Als Gentenaar kan ik zoveel liefde voor de kunst enkel in de armen sluiten.
Het nadeel van dat low budget wezen van Sint-Jan is wel dat je er geen degelijke website van vindt (of die moest niet vindbaar zijn via Google, wat nog pijnlijker zou zijn). Ook in de gratis toegankelijke Sint-Baafskathedraal – stom van mij om te denken dat ze inkom zouden vragen in een kerk – tref je enkel een A4’tje aan met daarop een plattegrond en de namen van de kunstenaars. Het is op die manier wat moeilijk op gang komen, want wat zijn wij toch ondertussen aan die gidsjes gewoon! Blijkbaar wijdde DMUZE van De Morgen wel een volledige bijlage aan Sint-Jan, maar als niet-abonnee is die mij ontgaan.
Zonder spots op de kunstwerken moet je soms werkelijk zoeken wat nu de originele omgeving is en wat onderdeel van Sint-Jan. Wellicht ligt hierin tevens de genialiteit van de tentoonstelling. Met religie in de hedendaagse kunst als rode draad kun je je geen geschikter locatie dan een kathedraal voorstellen. Nu ben ik niet zo vertrouwd met de architectuur van godsdienstige gebouwen, al kan ik wel zeggen dat de afgescheiden kamertjes (grafkamers?) in de zijbeuken zich perfect lenen tot een expositie.
Fabre en Delvoye zijn de bekendste (Belgische) namen op het kunstenaarslijstje. Daarnaast imponeren evenwel werken van bijvoorbeeld Kris Martin en Jan Van Oost minstens even hard. Sterk concept once again, buiging richting ridder Jan Hoet!
Tenslotte wil ik nog even mijn respect uitdrukken voor de verantwoordelijken (gemakshalve gebruik ik dit woord, want geen idee wie daar de plak zwaait) van de Sint-Baafskathedraal. Geen ouderwetse houten kerkstoelen met een leren zitten, maar rijen en rijen .03 stoelen van Maarten Van Severen. Indrukwekkend! De tentoonstelling loopt trouwens tot 29 juli, dus ik doe mijn best om nog eens binnen te wandelen voor een tweede lezing. Bij het opnieuw inspecteren van het plannetje blijkt overigens dat we de crypte vergeten zijn. Terugkeren is bijgevolg de boodschap. En misschien moet ik alsnog proberen die DMUZE te bemachtigen bij wijze van extra begeleiding…
••• UPDATE 1
Het kunstwerk op de foto hierboven (Salomé door Jan Van Oost) is blijkbaar gestolen uit de Sint-Baafskathedraal.
••• UPDATE 2
Gisteren plande ik een tweede ronde voor Jan Hoets Sint-Jan. Toen ik rond 16u30 de kathedraal binnenwandelde, bleek deze nog slechts een half uurtje open te zijn. Kunststress dus! Tegelijk merkte ik een aantal wijzigingen tegenover mijn eerste bezoek. In het bijzonder de afsluitingspaaltjes bij de koorgang en de crypte. De suppoost vertelde mij dat ze sinds de diefstal van Salomé een aantal extra maatregelen genomen hebben. Voortaan ben je verplicht om een ticketje voor het Lam Gods (€ 4) te kopen en dan krijg je tevens toegang tot het grootste deel van Sint-Jan. Enkel stukken blijven vrij te bezichtigen in de midden- en andere beuken. Op die manier stond ik voor het eerst in mijn leven oog in oog met het Lam Gods – minus De Rechtvaardige Rechters uiteraard. Inderdaad een regelrechte schande dat ik dat als Gentse nog niet eerder meemaakte.
De tentoonstelling leeft: nieuwe werken, op andere plaatsen, met de hand geschreven kaartjes als last-minute uitleg. Nu pronkt in de ruimte achter het altaar (de juiste benaming voor dit kathedraaldeel ken ik niet) bijvoorbeeld ‘Le Scarabée Sacré’ van Jan Fabre.
Haast je! Rep je! Nog tot 29 juli in de Sint-Baafskathedraal…
Ik vond het schoon dat er ook een kunstwerk stond van de zoon van Maarten Van Severen.
Ja, we waren net over die stoelen bezig toen we het werk van die andere Van Severen zagen staan… We vermoeden familie, maar zonder gidsje dus wat lastig. Ik ga sowieso wel nog eens langs!