Revolutionaire tijden voor de bioscoopwereld: analoog wordt digitaal, 2K resolutie wordt 4K en 2D wordt 3D. Vooral van deze laatste evolutie ligt de modale bioscoopbezoeker wakker; de rest kan naar mijn aanvoelen enkel de techneuten een verhoogde lichaamstemperatuur bezorgen. Hoewel ik momenteel enkel UP en Avatar als 3D-ervaringen kan opnoemen, beoordeel ik het driedimensionale aspect nu al als een aangenaam doch niet onontbeerlijk extraatje.
Gisteren ontmoette ik op de Thalys Keulen-Brussel een mens met een mening omtrent dit thema. Hij kon niet tot de spionkop van 3D-cinema gerekend worden. Meer zelfs, hij bestempelde 3D als een hype die een stille dood zou sterven of hoogstens zou overleven als het broertje met dwerggroei van traditionele 2D-cinema. Zijn redenering? Een vergelijking met kunst. Want waarom zou 3D triomferen als in de kunstwereld schilderkunst eveneens steeds de bovenhand haalt op beeldhouwkunst? Iedereen kan terstond en in één enkele adem 10 schilders opnoemen, maar bij beeldhouwers blijft de parate kennis toch eventjes haperen…
Of hij een cinematografisch visionair mag genoemd worden of niet zal de tijd moeten uitwijzen. Toch werd ik eventjes stil van de treffende analogie.