Canal

Niet lang voor mijn professionele verhuis van de Vlaamse MediaMaatschappij naar iMinds popte een nieuwe horecazaak uit het De-Drie-Fonteinen-imperium op langs het kanaal in Vilvoorde, quasi onder de Verbrande Brug: Canal. Je kunt er voorlopig terecht in een nog ietwat onafgewerkte omgeving, maar het potentieel blinkt meteen in het oog. Een verbluffend zicht op het water. Een opwaardering ten voeten uit kortom.

Het lichte interieur met hout en wit past volledig in de hedendaagse Scandinavische trend. Het feit dat een herfstzon door de overvloedige ramen tot binnen priemt, leukt het geheel enkel nog op. We nemen plaats op een podiumpje met de rug naar de stralen en duiken in de kaart. Op de eerste pagina suggesties, daarna volgt een boeiende kaart met gerechten in verschillende prijscategorieën. Voor een exclusief stukje vlees (à la Wagyu of Simmental) betaal je al snel meer dan € 30, voor een pasta met Canadese kreeft net nog niet. Maar op de kaart staan even goed slaatjes en pasta’s met een price tag van € 15. Niet geheel onbewust selecteren we elk een gerecht uit deze laatste categorie: voor mij een Thais rundsslaatje met mango en Aziatische dressing, voor mijn gezelschap ravioli met ricotta en zuiderse tomatensaus. Drankgewijs houden we het bij een literfles spuitwater.

Thais rundsslaatje met mango en Aziatische dressing

Ravioli met ricotta en zuiderse tomatensaus

Een handjevol wasabinootjes later begin ik enthousiast aan mijn lichte lunch. Het lauwe en tevens dichtgeschroeide rundsvlees resoneert perfect met de knapperige groentjes (onder meer sojascheuten, sla en mini-kerstomaatjes) en de mangosmaak. Mijn ietwat zieke compagnon geniet eveneens zichtbaar van zijn huisgemaakte driehoeksravioli.

Wanneer we na de maaltijd nog een verse muntthee bestellen, hoort daar default een bevattelijk dessertje bij: een interpretatie van tiramisu, met een framboos als verborgen vrucht. Naast de thee ligt daarenboven een snoepje dat sterk naar kinderchocolade helt. Circa € 45 armer en klaar voor een volgende portie meetings besluiten we tot au revoir.

Wat een toptent in vergelijking met de keuken in De Drie Fonteinen of het Fenikshof, nochtans blijkbaar van dezelfde eigenaar.

 

J.E.F. for lunch (gesloten)

Vlaanderen kent ondertussen de Flemish Foodies: Kobe Desramaults, Ollie Ceulenaere en Jason Blanckaert – drie nonchalante topkoks met West-Vlaamse tongval die een rubriek in Man Bijt Hond op VIER kleuren en vooral rocken in hun Gentse restaurants. De laatste doet dat in J.E.F. (Jason En Famke – chef-kok en zijn madam), alwaar ik eerder al van een à la carte diner genoot op mijn verjaardag. Vandaag testte ik voor het eerst de vaste lunchformule: voorgerecht, hoofdgerecht en dessert voor de democratische prijs van € 25.

We arriveren iets na het middaguur en mogen een tweepersoonstafeltje kiezen – in tegenstelling tot de vorige keer dit keer met zicht op de keuken. Dit betekent dat mijn compagnon om moet kunnen met het feit dat ik soms wel luister, maar mijn ogen richting het dresseren der borden lonken. Ik blijf dat fascinerend vinden.

We kiezen eensgezind voor de pancetta, de schelvis en de vervanger van de kweepeer als dessert. Ik bestel cava als apero, mijn disgenoot een glas witte wijn (sauvignon blanc). Verder komt teven spuitwater op tafel en een hapje met mimolettekaas.

20121128-145843.jpg

20121128-144627.jpg

mimolettekaas als hapje, met twee lepels

20121128-144638.jpg

pancetta – aardpeer – selder – gerookt brood

20121128-144644.jpg

schelvis – raapjes – witloof – waterkers

 20121128-145913.jpg

flan – caramel – speculoos – vanilleijs

Ik blijf fan van zijn keuken, en bij uitbreiding van de gelijkaardige gerechten bereid door de andere musketiers. Fris, eigentijds, mooi ogend. De dada van Jason blijken toch wel toefjes kaas (mimolette en geitenkaas in dit menu) en kruidige crèmes van groene groenten à la waterkers of selder. En volgens mij heeft hij tevens een zwak voor spitskool. Just saying.

Het pand en het interieur zijn 100% mijn smaak. De tafels, het brandmerk, de verlichting. Het klopt. En de gastvrouw en de ober bolwerken dat prima met hun tweetjes. De spreiding tussen de verschillende gangen kon iets gelijkmatiger (het voorgerecht verscheen alvorens het hapje geconsumeerd was), nu zift ik echter mug.

Na het diner en de lunch rest mij enkel nog de J.E.F. eet laat als te ontdekken.
En dan wordt het tijd voor herhaalbezoekjes…

Fratelli d’Italia

Een vriendin smst of ik Fratelli d’Italia ken. Ja, dat restaurant stond een tijd lang op mijn restolijstje en is daar om een door mij niet langer herinnerde reden terug afgedonderd. Maar ik fris het geheugen online even op en stoot op een lovende recensie uit Zone 09. Vier sterren. That’s how we roll! Wetende dat ik doorgaans akkoord ga met hun quotering. Als even later de vraag volgt of we niet willen aansluiten bij het verjaardagsdiner dezelfde avond, twijfel ik niet lang. Graag! Fijn! Met plezier! Tot vanavond!

Bij aankomst krijgen we het voorlaatste (godzijdank gereserveerde) tafeltje naast de bar en de menukaarten nog vooraleer we goed en wel neerzitten. Het bladeren begint. Boeiende suggesties, veel kalfsvlees, paardenvlees ook (gelezen in de Zone 09 recensie dat de Italianen de grootste paardenvleeseters van Europa zijn), vis, pasta’s, pizza’s. Ik ga op zoek iets uit diezelfde recensie: de raviolini met coquilles (€ 20). Gevonden en meteen beslist. De mannen in het gezelschap kiezen na een Frans woordje uitleg van de chef voor de escalope special (kalfsvlees, ham, paprika, kaas, … – € 18,5), de andere dame voor de mini panzanotti van de chef (gevulde ravioli met ricotta en spinazie, geserveerd met een speciale saus van de chef – € 14,5). Op de kaart vinden we niet meteen antipasti, maar mits even verifiëren bij de gastvrouw voegen we toch 2 porties voor 4 personen aan onze bestelling toe. Drankgewijs houden we het op een grote fles San Pelligrino en de fles rode wijn die op tafel staat. Wederom een keuze van de chef, voor € 26.

Het duurt een behoorlijk eindje vooraleer de schaal antipasti opdaagt. Gelukkig hebben we veel te vertellen, krijgen we al een klein hapje (stukje tortilla en sneetje salami) en boeit het toch wel kitscherig interieur mateloos. Het plafond in stukwerk waarvan alle reliëf slordig overspoten is met blinked roze verf vraagt om niet slecht bedoeld gelach. En dan komt de antipasti tevoorschijn. Ik zie meloen, tomaat, kaki (?), rucola, mortadella, bresaola, pikante salami, proscuitto, mozzarella, gemarineerde oesterzwammen. Overvloedig, topingrediënten, 100% Italia in je mond.

De hoofdgerechten volgen vlotter. Voor mij komt een bord te staan dat om het adjectief royaal schreeuwt… Drie grote ravioli, gevuld met ricotta en spinazie (net zoals mijn overbuur die de suggestie koos, dus niet de farce van coquilles zoals in de recensie omschreven). Deze zijn genereus overgoten met een romige saffraansaus, rucola en zeevruchten: coquilles, mantelschelpen, mosselen, inktvis, garnalen. Supersmakelijk! Helaas protesteert mijn maag al halfweg, maar ik zet dapper door. Ondanks de hulp van mijn wederhelft ga ik met buikpijn van tafel. De mannen worstelen iets minder met hun escalope; de ‘mini’ in mini panzarotti geldt dan weer als understatement of the year.

Unaniem concluderen we dat Fratelli d’Italia tot de Italiaanse top van Gent behoort. De full house met onder meer Stephen Dewaele (50% van Soulwax) onder de eetgasten toont aan dat we niet alleen staan met die mening. We sluiten af met een glaasje ijskoude limoncello van het huis en een bijzonder schappelijke rekening (€ 139,70) voor zo’n rijkelijk diner.

One word. Arrivederci!

Trattoria della mamma

Twee keer reserveren en evenveel keer om diverse redenen terug moeten annuleren. Lichtjes schaamtelijk! Vanmiddag belandde ik bij een derde poging dan toch in de nieuwe Italiaanse traiteur die tevens serveert tijdens de lunch: Trattoria Della Mamma.

We zijn net iets te vroeg voor onze late afspraak en vangen bot, want enkele snoodaards hebben blijkbaar onterecht een reservatie geveinsd. Dus wandelen we nog even een naburige kledingwinkel in de Gentse Sint-Pietersnieuwstraat binnen en keren 5 minuten later terug. Ons tafeltje is ondertussen klaar en gedekt met rood-wit geblokte onderleggers. De trattoria – het Italiaanse equivalent van een bistro of een brasserie, iets informeler dus dan een ristorante – blijkt ondanks het nog niet zo lang open zijn een gegeerde lunchplek. Het geniale van de combinatie met traiteur ligt in de take away als alternatief bij gebrek aan plaats en / of reservatie.

De beknopte kaart vermeldt enkel dranken, antipasti en dolci. Voor de hoofdmoot moeten we op het krijtbord zijn en daarop prijkt vandaag (“wijzigt dagelijks” staat er):

  • strozzapreti con verdure – € 10,50
  • chitarra con salsiccia e gorgonzola – € 13,50
  • tortelli al cingiale – € 14,00
  • carpaccio di bresaola – € 13,00

Mijn gezelschap pikt de strozzapreti, ik de chitarra. Jawel, het bord geeft gelukkig tevens wat Nederlandse duiding bij de gerechten. Verdure en salsiccia lukken nog, maar cingiale behoort niet tot mijn parate Italiaans. Voor de pastasoorten bestaat die vertaling uiteraard niet; maar twee foodies houden vanzelfsprekend van de iets exotischere types. Ook al blijkt chitarra simpelweg vierkante spaghetti te zijn. De strozzapretti valt iets moeilijker te beschrijven: een kruising tussen korte maccaroni en langgerekte orechiette. Omdat het maandagmiddag is en beide dames wat lijn goed te maken hebben, houden we het bij een half litertje San Pellegrino om de dorst te laven. Een olijfje als apero moet wel kunnen.

Erg snel – ofwel zijn wij nogal uitbundig aan het tateren – verschijnen onze borden. Mijn Bourgondisch instinct denkt meteen: “Zal ik hiermee genoeg hebben?”. Gelukkig weet ik na de helft van mijn pasta dat dat wel degelijk het geval zal zijn. Een combinatie die ik thuis nogmaals wil uitproberen: worst, gorgonzola en gul besneeuwd met parmezaan. Gorgonzola kan mij overigens steevast paaien; het is een onmisbaar ingrediënt in mijn favoriete home cooked pasta. Aan de overkant van de tafel klinkt eenzelfde goedkeuring.

We ronden af met groene thee, een rekening van € 32,40 en de conclusie dat Trattoria Della Mamma een lunchadres ten voeten uit is. Snel, lekker en niet te duur.

Met nog net genoeg ruimte voor een Yogy* frozen yoghurt wandelen we buiten.

No-No

Wanneer ik tegen 19u richting No-No in de Antwerpse Reynderstraat wandel, kom ik voorbij Lam & Yin – een Chinees restaurant met 1 Michelinster dat zich als bijzonder lekkere herinnering genesteld heeft. No-No staat ook voor Aziatische keuken, zij het iets meer low profile en met de focus op Thais. Het kan niet elke dag sterren regenen…

De bijzonder verwijfde ober – het woord ladyboy flitst instant door mijn hoofd – vraagt wanneer ik binnenkom meteen of ik van ‘groe-o’ ben. Wat? Aha, het wordt duidelijk als hij een afgeprinte Groupon bon omhoogsteekt. Neen, ik heb online gereserveerd. Na even observeren kom ik tot de constatering dat ik de enige Grouponloze in de zaal ben.

Ik bestel in afwachting alvast een half litertje spuitwater en check of mijn e-research overeenstemt met wat voor mij ligt. Voorgerechtjes, soepen, wok met kip / varkensvlees / rundsvlees / eend / scampi / vis en uiteraard pad thai. Mijn disgenote blijkt bij aankomst meteen gefascineerd door de zwierige garçon. En gelijk heeft ze… We kiezen voor een te delen portie loempia met groentjes als voorgerecht. Daarna prefereren we beiden een wok met huisgemaakte No-No kerrie (doorgaans schrijf ik curry, maar hier citeer ik hun menukaart); ikzelf met kip (€ 12,5), zij met scampi (€ 16). Wijngewijs kan hij ons een droge huiswijn aanbieden. Een karaf van een halve liter graag.

De loempia’s proeven fris en huisgerold. Gelukkig zijn we niet te gulzig geweest, want twee en een halve loempia per persoon vinden wij ruim voldoende als opwarmertje. Zeker als we daarna een forse kom rijst en voor elk een rijkelijke wokschotel krijgen. Ik zie kip, sperzieboontjes, courgette, bamboescheuten en koriander pootjebaden in rode curry.

Correct, lekker en in het bijzonder al te overvloedig… Letterlijk smullen tot de buikpijn je dwingt om tegen alle opvoedkundige adviezen (uit de jaren tachtig) in die schotel niet op te eten. Een geschikt adresje om zonder veel blabla en zonder ge(chili)peperde rekening (€ 51 in ons geval) Oosters te tafelen.

No-No. No nonsense.