Deze resto review schreef ik origineel in opdracht van Goesting magazine – dat maandelijks verscheen als bijlage bij De Morgen en Het Laatste Nieuws.
Een recensie met de rekening beginnen, is misschien wat ongewoon. Maar toch wil ik een zinnetje aanhalen dat daarop staat en restaurant De Karper in Machelen-Zulte erg gevat omschrijft: ‘Gezellig tafelen aan de oevers van de Leie, in het kader van Raveel’. Jawel, zelfs op een doordeweekse vrijdagmiddag voel je meteen ontspanning opborrelen als je van aan die parkeerplek naast het Raveelmuseum naar die bocht in de oude Leie-arm wandelt. De Karper huist in een voormalig dorpscafé met zicht op het water en bij zonnig weer een uitnodigend terras. Wegens net niet zomers genoeg installeer ik mij binnen aan een ruime ronde tafel bij het raam, in het gezelschap van een goed boek.
De Karper is stijlvol getransformeerd tot een klasserestaurant met vooral wit en grijs in het kleurenpalet. Beneden kunnen een twintigtal eetgasten zitten, boven nog eens iets meer dan veertig. De kunst aan de muren brengt logischerwijs een ode aan Roger Raveel, het zijn echter de lampen van Miguel Algoet op de vensterbanken die het eerst mijn aandacht trekken.
De vriendelijke gastvrouw brengt de menukaart en presenteert mondeling de lunch (€ 30) die bestaat uit hapjes, voorgerecht, hoofdgerecht en een glas wijn. De kaart beperkt zich tot telkens twee voor-, hoofdgerechten en desserts; plus de gangen uit het degustatiemenu kunnen tevens à la carte besteld worden. Zoals bij de meeste eigentijdse chefs worden gerechten zonder franjes benoemd door een oplijsting van de hoofdingrediënten. Ik twijfel nog even bij de asperges met kwartelei, maar uiteindelijk besluit ik toch om de chef te volgen met z’n lunchmenu.
Starten doe ik met een maison (€ 6), oftewel een crèmant met likeur van rozenextract. Al snel komen de hapjes die geserveerd worden op een grote kei: een kroketje van ossenstaart met pickles en eetbaar klaver als afwerking en een krokant hapje van spek en melk. Beiden erg verfijnd qua smaak en presentatie! De toon is gezet. Dit wordt culinair genieten.
Ondertussen wordt er spuitwater uitgeschonken en een broodje naar keuze (meergranen graag) geserveerd. Vlot zoals dat een lunch betaamt volgt het voorgerecht: een gazpacho van erwt met wangetjes van lotte. Eerst verschijnt een prachtig bord (van Pascale Naessens uit de Serax collectie) met twee stukjes perfect gebakken vis en een eigentijdse garnituur met ondermeer munt en hangop. Nu al oogstrelend en dan ontbreekt de gazpacho van erwt nog… Deze fluweelzachte soep combineert perfect met de stevige witte vis en de knapperige toetsen. Bij echte soep hoort niet meteen een glas wijn en toch waag ik het er eentje te vragen. Het inbegrepen glas bij het menu stond wellicht bij het hoofdgerecht gepland, maar de dame brengt mij toch zonder morren een glas witte huiswijn. De Bordeaux uit 2011 met z’n frisse, droge smaak bevalt: niet te dominant, genoeg ruimte latend voor wat de kok serveert.
Tijd voor het hoofdgerecht: lende van Zweeds varken, gegrilde prei, spitskool en tarwenoedels. In de eerste plaats valt het forse stuk vlees op, ik gok op minstens 250 gram. Vlees dat overigens prima bereid is: varkensvlees dat flirt met rosé, maar het net niet meer is. Ik geniet wederom, ook al laat ik een deel varken liggen. Even surfen naar de Facebookpagina leert dat men het lunchmenu niet altijd op dezelfde manier dresseert. Leuk, zo’n kok die van improvisatie houdt.
Omdat De Karper naar meer smaakt, besluit ik na het lunchmenu om toch nog een dessert te bestellen. Want die aardbei – aardbei | aardbei | aardbei uit het degustatiemenu klinkt wel erg intrigerend! Het blijken uiteindelijk verse aardbeien te zijn (met en zonder kroontje), aangevuld met aardbeiencrumble, -coulis, -cake en -flan. Die laatste is wel erg diepgevroren en bijgevolg moeilijk aan te pakken met vork en lepel. Tot slot ligt er nog een bolletje sorbet van aardbei – what else? – en Safari op het bord.
De chef houdt overduidelijk van verse kruiden en bloemen; de gastvrouw verklapt aan een andere tafel dat deze in eigen tuin gekweekt worden. Ze geven zijn gerechten die frisse touch waarvoor je meteen wil terugkomen naar De Karper. Hopelijk in combinatie met zon, wellicht ook met een bezoekje aan het Raveelmuseum en een fikse Leiewandeling.